Vrijwilliger Dini: 'Even geen zorgen voor de mantelzorger'

Tweeëntwintig jaar werkte Dini (63) in de thuiszorg, toen ze werkloos werd. “Ik wilde iets voor de samenleving doen”, vertelt ze. “Omdat ik ervaring heb met dementie, koos ik daarvoor. Ik bezoek nu mensen met dementie om hen, maar ook hun mantelzorgers te steunen. Als mensen dementie hebben, zie je vaak dat het netwerk afhaakt. Door de ziekte kunnen mensen soms agressief reageren. Niet iedereen kan daar mee omgaan. Bij mijn eigen moeder heb ik dat ook gezien. Daar kwam niemand meer. Er is veel eenzaamheid onder mensen met dementie. Daarom wil ik hen helpen, maar ook de mantelzorger: soms een partner, maar vaak ook kinderen. Als zij weten dat er iemand in huis is, geeft dat rust. Dan hoeven ze zich even geen zorgen te maken.”

Blij met iets kleins

Dini heeft via BredaMantelzorg al meerdere mensen bezocht. “Met de meesten drink ik eerst koffie of thee. Daar denken ze vaak zelf niet aan. Ook maken we een praatje. Als het mooi weer is, gaan we wandelen of we eten een ijsje. Ook neem ik mijn kleurspullen mee. Sommigen vinden dit heel leuk en raken er zelfs aan verslaafd. De dochter van een van de dames belde mij eens op om te vertellen dat ze zo blij was met het kleuren. Haar moeder ging er helemaal in op.” Het leuke aan mensen met dementie is dat ze heel blij kunnen zijn met iets kleins, vindt Dini. “Ik stelde eens voor om Sinterklaas op tv te kijken. Dat was een schot in de roos. Die mevrouw straalde helemaal. Ook spelletjes spelen we vaak. Eenvoudige spelletjes die ze kennen van vroeger, zoals Mens-erger-je-niet of Rummikub.”

Meerwaarde voor familie

“Het bezoeken van mensen met dementie geeft mij voldoening. Ik ben iets waard voor de maatschappij.” Maar de grootste meerwaarde heeft haar bezoek voor de familie, denkt Dini. “Zij hebben vaak nog nooit met dementie te maken gehad. Ze weten niet wat ze kunnen verwachten en willen een luisterend oor. Ik geef wel eens advies, maar nooit ongevraagd. Soms kan ik helpen en soms niet. Maar ik help in elk geval door te luisteren.”